Oppassen met garanties

Het afgeven van garanties is in Nederland gebruikelijk, zeker in de aannemerij. Paragraaf 22 UAV gaat er zelfs vanuit dat garanties worden verstrekt, en dat daarover in het bestek verdere details worden vastgelegd. Dat laatste moet ook wel, omdat paragraaf 22 bijvoorbeeld geen garantietermijnen vermeldt: een garantie geldt vanaf het gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de in het bestek genoemde periode.

Bard van Veen advocaat bij Severijn Hulshof

Garanties kunnen worden afgegeven op één of meer onderdelen van het werk, op producten, en worden soms ook op het werk als geheel.

Belangrijk is verder dat paragraaf 22 een onderscheid maakt tussen een garantie die door de aannemer (rechtstreeks) (lid 2) en een garantie die door een onderaannemer of een leverancier moet worden afgegeven (lid 3). In dat laatste geval draagt de aannemer ervoor zorg dat de garantie door de onderaannemer of leverancier aan de opdrachtgever wordt verstrekt. Gebeurt dat niet, dan staat de aannemer ook voor deze garanties rechtstreeks jegens de opdrachtgever aan de lat.

Herstel onder de garantie geldt voor gebreken waarvan de opdrachtgever aannemelijk maakt dat die met grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven aan een omstandigheid die aan de aannemer kan worden toegerekend. Vaak wordt dit laatste vervangen door een bewijslast ten nadele van de aannemer. Het herstel geschiedt in natura.

Daarnaast wordt in de praktijk met enige regelmaat gebruik gemaakt van zogenaamde verzekerde garanties. Die voorzien in een compensatie in geld in het geval de aannemer niet meer kan herstellen.

Aandacht

De overeenkomst c.q. het bestek bepaalt waarop de garanties zien. Het formuleren en lezen van een garantie vereist aandacht. Niet slechts vanwege eventuele in de garantie opgenomen exoneraties, maar ook om vast te stellen waarop de garantie specifiek betrekking heeft. Dit laatste is van bijzonder belang in situaties waarin een bepaald onderdeel van het werk uit meerdere samengestelde delen bestaat.

Op 8 juni 2021 heeft de RvA een interessant appelvonnis in een garantiekwestie gewezen (geschilnr. 72.200). Opdrachtgeefster had ter zake gebreken aan galerijvloeren rechtsreeks bij aanneemster een beroep gedaan op een door haar afgegeven verzekerde garantie, welk beroep door aanneemster was betwist. In beide instanties is geoordeeld dat sprake is van een door aanneemster zelf afgegeven paragraaf 22 UAV-garantie, en dat het “verzekerd” zijn pas relevant is op het moment dat aanneemster haar garantieverplichtingen niet nakomt. Opdrachtgeefster kon aanneemster daarom wel degelijk rechtstreeks aanspreken.

Verder hebben arbiters geoordeeld over de reikwijdte van de garantie. Uit het vonnis blijkt hoe belangrijk het is om de onderdelen c.q. producten waarop garantie wordt gegeven nauwkeurig te formuleren. Het bestek eiste een specifiek type flexibele vloerafwerking voor de afwerking van galerijvloeren. Die vloerafwerking was op haar beurt onderdeel van een “opplussysteem”, dat verder bestond uit een isolatieplaat en een drukverdeellaag.

In de Nota van Wijzigingen was bepaald dat aanneemster op de afwerking van de galerijvloeren een 10-jarige verzekerde garantie diende te verstrekken.

Met verwijzing naar laatstgenoemde tekst had opdrachtgeefster betoogd dat de garantie op het totale “opplussysteem” zag, waaraan gebreken waren geconstateerd. Aanneemster verweerde zich met de stelling dat de garantie uitsluitend zag op de flexibele vloerafwerking.

In die stellingname vindt aanneemster appelarbiters wel aan haar zijde, zij het aan de hand van een (noodzakelijke) uitleg van het samenstel van contractbepalingen. Het gevolg daarvan was dat de kosten van opdrachtgeefster die geen betrekking hadden op herstel van de flexibele vloerafwerking, niet voor rekening en risico van aanneemster kwamen.

10-jarige garantie

Een element dat in de aangehaalde uitspraak niet, maar in eerste aanleg (RvA 28 mei 2019, geschilnr. 36.097) wel aan de orde kwam, is het oordeel van arbiters in eerste aanleg dat opdrachtgeefster ten onrechte had gevorderd dat na herstel een nieuwe 10-jarige, verzekerde garantie verstrekt zou moeten worden. Arbiters oordelen dat de 10-jarige garantie niet gelijk kan worden gesteld aan de vervaltermijn voor verborgen gebreken, die wel opnieuw gaat lopen als herstel is uitgevoerd. Indien gewenst dient dat dus ook specifiek te worden afgesproken.

Kort en goed, denk dus goed na van wie, voor hoe lang, waarop en onder welke (beperkende) condities een garantie wordt gevraagd.

In: Cobouw 2021/87