Omzeteisen bij aanbesteding

Het afgelopen jaar zien wij bij aanbestedingen steeds vaker omzeteisen als geschiktheidseis voorbijkomen. Er moet dan over de voorgaande drie jaren aantoonbaar een minimale omzet zijn gerealiseerd om te mogen inschrijven. Omzeteisen kunnen erg nadelig zijn voor mkb- partijen en belangrijk om te weten: omzeteisen zijn in beginsel niet toegestaan.

Joost Haest advocaat bij Severijn Hulshof

Wettelijk uitgangspunt is dat geschiktheidseisen géén betrekking hebben op de hoogte van de omzet. Dit uitgangspunt is ook letterlijk terug te vinden in het Aanbestedingsreglement Werken (ARW) en de Gids Proportionaliteit. Mocht de aanbestedende dienst na zorgvuldige afweging toch menen dat het stellen van een omzeteis noodzakelijk is, dan dient dit met zwaarwegende argumenten te worden onderbouwd. Los van het feit dat zwaarwegende argumenten bij de meeste mkb werken lastig te bedenken zijn, heeft te gelden dat wij vaststellen dat doorgaans niet eens (zwaarwegende) argumenten zijn opgenomen ter onderbouwing van de gestelde omzeteis. Daarmee is de omzeteis dus sowieso aanvechtbaar.

In de Gids Proportionaliteit is verder nog bepaald dat – indien toch een omzeteis gehanteerd wordt – het gewenst is om bij de bepaling van de hoogte van de omzeteis uit te gaan van een glijdende schaal waarbij steeds nut en noodzaak van de eis gewogen moeten worden. Die glijdende schaal loopt van 0 procent tot 300 procent en is gerelateerd aan de verwachte omzet van het aanbestede werk. Bij eenvoudige werken moet de omzeteis aan de onderkant van de glijdende schaal liggen bij maximaal ca. 100 procent. Een omzeteis van 300 procent is alleen toegestaan als deugdelijk te onderbouwen is, dat het om zeer complexe en risicovolle projecten gaat.

Ook moeten we niet vergeten, dat – conform Aanbestedingswet en de Europese aanbestedingsrichtlijnen – het mkb een goede positie moet krijgen op de aanbestedingsmarkt. Dat uitgangspunt is terug te vinden in de Gids Proportionaliteit waarin is opgenomen dat:

  1. de positie van mkb-partijen aandacht verdient;
  2. bij het eventueel stellen van financiële eisen er rekening mee moet worden gehouden dat mkb-partijen niet worden beperkt in deelname;
    door te hoge (financiële) eisen de markt beperkt wordt;
  3. eisen die worden gesteld in redelijke verhouding moeten staan tot aard en omvang van de opdracht;
  4. een eventueel omzeteis dusdanig moet worden gesteld, dat een ieder die in staat is om de opdracht naar behoren uit te voeren, ook kan meedingen.

Genoeg middelen om omzeteisen aan te vallen dus.