Scope van de raamovereenkomst

Opdrachtgever laat u weten dat zij bepaalde werkzaamheden die behoren tot de scope van de aanbestede raamovereenkomst niet door u wil laten uitvoeren bij de volgende deelopdracht. Sterker nog, opdrachtgever laat u weten dat zij deze werkzaamheden wil laten uitvoeren door een derde. Het gebeurt in de praktijk maar al te vaak. Maar mag dat nu zo maar? Het antwoord daarop is gegeven in een zeer recent nog niet gepubliceerd Kort Geding-vonnis van 6 juni 2019 van de rechtbank Haarlem (zaaknummer C/15/288735/KG ZA/ 19/326). De Voorzieningenrechter heeft in stevige woorden geoordeeld dat dit niet is toegestaan.

Joost Haest advocaat bij Severijn Hulshof

In die kwestie stelde opdrachtgever zich op het standpunt dat sprake zou zijn van contractsvrijheid, omdat opdrachtgever niet gehouden is bepaalde werkzaamheden uit de scope van de raamovereenkomst daadwerkelijk te gunnen aan de winnend aannemer. En daarnaast stelde opdrachtgever dat de hoeveelheden uit de raamovereenkomst fictief zijn. En aan fictieve hoeveelheden kunnen geen rechten worden ontleend. Ter zitting werd daar nog aan toegevoegd dat opdrachtgever eigenlijk gewoon vond dat de prijs per eenheid van de aannemer voor de desbetreffende werkzaamheden veel hoger was dan die van andere aannemers. En tot slot stelde opdrachtgever nog dat de aannemer haar verplichtingen ten aanzien van de desbetreffende werkzaamheden niet deugdelijk was nagekomen, zodat opdrachtgever ook op die grond meende dat de werkzaamheden aan een derde gegund zouden kunnen worden. De Voorzieningenrechter oordeelde dat opdrachtgever inderdaad niet gehouden is bepaalde werkzaamheden uit de scope van de raamovereenkomst te gunnen aan de aannemer. Maar als de werkzaamheden uit de scope wél worden gegund, dan kan en mag alleen gegund worden aan de aannemer die de aanbesteding gewonnen heeft. En dus niet aan een derde. Een andere opvatting is regelrecht in strijd met algemene beginselen van aanbestedingsrecht, in het bijzonder artikel 2:140 Aanbestedingswet, maar is ook in strijd met algemene beginselen van verbintenissenrecht. Gezien de gesloten raamovereenkomst is er immers sprake van een contractuele relatie tussen partijen. Dat de prijs per eenheid naar de mening van opdrachtgever te hoog was, had opdrachtgever zich bij het sluiten van de raamovereenkomst moeten bedenken. En de gestelde tekortkomingen ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden werden resoluut van tafel geveegd omdat die niet waren aangetoond en een ingediend rapport juist het tegenovergestelde liet zien. De Voorzieningenrechter verbood opdrachtgever dan ook de werkzaamheden uit de scope van de raamovereenkomst op te dragen aan een derde.