Inschrijven met € 0,- uitvoeringskosten

Het op € 0,- stellen van uitvoeringskosten is een veel voorkomend verschijnsel onder aannemers die inschrijven op RAW werken. Dit heeft al regelmatig discussies opgeleverd tussen inschrijvers en aanbestedende diensten. De vraag die partijen dan verdeeld houdt is of dit op basis van de RAW systematiek, meer in het bijzonder artikel 01.01.03 RAW, een ongeldige inschrijving oplevert of niet.

Joost Haest bij advocaat bij Severijn Hulshof

De rechtbank Leeuwarden heeft in een vonnis van 16 december 2015 ECLI:NL:RBNNE:2015:5753 voor het eerst geoordeeld over deze discussie.  Geoordeeld is dat het op € 0,- stellen van uitvoeringskosten een ongeldige inschrijving oplevert. Naar mijn mening is het oordeel van de Voorzieningenrechter niet juist.

Bij gebruik van RAW bestekken moet bij aanbesteding conform artikel 01.01.02 lid 02 RAW de inschrijfsom worden ontleed op een inschrijfstaat. Boven het subtotaal worden de directe kosten opgenomen in de vorm van eenheidsprijzen voor de in het bestek genoemde resultaatsverplichtingen. Na het subtotaal worden de staartkosten (indirecte kosten) vermeld, die niet of slechts indirect variëren in relatie tot de omvang van het werk. Conform artikel 01.01.03 lid 03 RAW moeten de uitvoeringskosten worden opgenomen na het subtotaal, bij de staartkosten. De Voorzieningenrechter oordeelt dat indien er effectief uitvoeringskosten zijn, deze kosten conform artikel 01.01.03 lid 03 RAW dan ook dienen te worden opgenomen in de post uitvoeringskosten. Wanneer inschrijvers deze kosten voor eigen rekening willen nemen omdat zij veel belang hechten aan het aannemen van het werk dan kunnen inschrijvers een bedrag dat gelijk is aan de uitvoeringskosten bij de post korting opvoeren, aldus nog steeds de Voorzieningenrechter. Naar mijn mening is sprake van een verkeerde interpretatie van artikel 01.01.03 lid 03 RAW. Het woordje ‘dienen’ in dit artikel ziet slechts op de plaatsbepaling van de uitvoeringskosten (na het subtotaal en dus niet in de eenheidsprijs) maar niet op een verplichting om de daadwerkelijke uitvoeringskosten ook echt op te nemen. Dat staat er wat mij betreft gewoon niet. Als dit standpunt gevolgd zou worden dan zou voor bijvoorbeeld de post algemene kosten en de post risico, kostenposten die ook altijd aanwezig zijn, eveneens hebben te gelden dat die effectief dienen te worden opgenomen. Het gebeurt echter zeer regelmatig dat ook deze post(en) op nul euro worden gezet en daar wordt door aanbestedende diensten niet over geklaagd, laat staan dat aanbestedende diensten inschrijvingen om die reden ongeldig verklaren.

Wat de Voorzieningenrechter feitelijk doet is de toets van artikel 01.01.03 lid 02 RAW, inhoudende dat alle kosten moeten zijn opgenomen in de eenheidsprijs (dus de kosten voor het subtotaal), ook toepassen op de staartkosten na het subtotaal. Conform de opbouw van de RAW ziet de toets van artikel 01.01.03 lid 02 RAW echter alleen op de eenheidsprijzen vóór het subtotaal. Als een inschrijver de uitvoeringskosten op nul euro wil zetten, dan is dat naar mijn mening op basis van de RAW systematiek zijn goed recht. Een dergelijke handelwijze heeft verder ook geen invloed op het vaststellen van de verrekenprijzen of op de verrekening van meer en minder werk.

Er valt dus het nodige af te dingen op het vonnis van de Voorzieningenrechter. Echter, zolang deze uitspraak niet is gecorrigeerd is het advies aan inschrijvers dat zij toch in ieder geval uitvoeringskosten noteren en deze post niet op nul zetten. Daarbij rijst overigens in de praktijk al direct de vraag of de volledige uitvoeringskosten moeten worden opgenomen, of dat volstaan mag worden met een (beperkt) deel daarvan. Voor de RAW aanbestedingspraktijk zou het naar mijn mening goed zijn als aanbestedende diensten onderhavig vonnis niet blind volgen.