Ervaring met het bouwteamverband

Het bouwteam staat volop in de schijnwerpers, onder meer omdat het door velen beschouwd wordt als geschikt middel om (complexe) projecten gezamenlijk en in goede harmonie te bewerkstelligen. Vandaar ook dat in veel procedures steeds vaker in het kader van technische bekwaamheid geschiktheidseisen naar voren komen die zien op ervaring met werkzaamheden binnen bouwteamverband. In twee recente uitspraken ontstond discussie over deze geschiktheidseis, waarbij de aanbestedende dienst aan het kortste eind trok.

Joost Haest advocaat bij Severijn Hulshof

De aanbestedende dienst gaf aan dat bij controle van de referenties de opgegeven referenten telefonisch verklaard hadden dat er niet op basis van een bouwteamovereenkomst is gewerkt. Eiseressen voerden aan dat de geschiktheidseis niet als vereiste stelt dat er op basis van een bouwteamovereenkomst in een bouwteam is gewerkt. De eis houdt volgens eiseressen (slechts) in dat de gegadigde ervaring heeft met ontwerpwerkzaamheden

in bouwteamverband. En onder bouwteamverband moet worden verstaan een samenwerkingsverband waarbinnen de opdrachtgever, aannemer en andere deskundigen samen een ontwerp tot stand brengen. Conclusie van eiseressen: bouwteamverband is wat anders dan een bouwteamovereenkomst.

Wat is een bouwteam?

De Voorzieningenrechter oordeelde dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende gegadigde de eis alleen heeft kunnen begrijpen op de wijze zoals die door eiseressen uiteen is gezet. Daarbij gaat de Voorzieningenrechter eerst in op de vraag wat nu onder een bouwteam verstaan moet worden.

In de aanbestedingsstukken is niet bepaald wat onder een bouwteam moet worden verstaan. Wel wordt op diverse plaatsen in de selectieleidraad het woord “bouwteam” gebruikt.

Uit de context waarin dit begrip in de selectieleidraad is gebruikt valt op te maken dat de aanbestedende dienst en de winnaar van de aanbesteding deel uit gaan maken van een bouwteam waarbij zij allebei hun deskundigheid inbrengen, en gezamenlijk op basis van gelijkwaardigheid de te onderhouden werkzaamheden voorbereiden en ontwerpen. Verder oordeelt de Voorzieningenrechter dat in de branche hetzelfde onder een bouwteam wordt verstaan, namelijk een bouwvorm die zich onderscheidt van de traditionele bouwvorm, waarbij de opdrachtgever vooraf bepaalt hoe het ontwerp eruit moet komen te zien.

Gelet op de strekking/bedoeling van de geschiktheidseis, in relatie met de uitgevraagde opdracht, moeten inschrijvers begrepen hebben dat het hier gaat om ervaring met het daadwerkelijk samenwerken in een bouwteam. De eis dat ook daadwerkelijk in een bouwteam is gewerkt op basis van een daartoe gesloten bouwteamovereenkomst komt niet tot uitdrukking in de bewoordingen van de geschiktheidseis. En dus hoefden inschrijvers er ook niet vanuit te gaan dat een gesloten.

bouwteamovereenkomst onderdeel was van de gestelde eis. Dat de opdracht werd aanbesteed in de vorm van een raamovereenkomst waarbij gebruik wordt gemaakt van het recente bouwteamdocument van Duurzaam Gebouwd maakt nog niet dat dit concept bouwteamdocument verband houdt met de geschiktheidseis.

Geen bouwteamovereenkomst

Het wordt helemaal bijzonder als de verklaringen van de desbetreffende referenten aan bod komen die beide eiseressen overlegd hebben in de procedure. De referenten verklaren immers allebei dat de uitgevoerde werkzaamheden volledig voldoen aan het bouwteamverband / bouwteamprincipe, maar dat er alleen geen bouwteamovereenkomst gesloten is. Deze heldere verklaringen van de referenten waren voor de aanbestedende dienst klaarblijkelijk geen reden de inschrijvingen alsnog geldig te verklaren.

Conclusie: de Voorzieningenrechter oordeelt dat ervaring met bouwteamverband echt wat anders is dan ervaring met een bouwteamovereenkomst.

In: Cobouw bouwbreed 2020/02