Aanvullende werkzaamheden bij een RAW raamovereenkomst
Arbitragebeding en consument
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft in een uitspraak van 5 juli 2011 (LJN:BR2500) bepaald dat een arbitragebeding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 sub a BW ten aanzien van een consument. Het Gerechtshof heeft daarbij met name acht geslagen op de Europese richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
Joost Haest advocaat bij Severijn HulshofVoor veel juristen kwam deze uitspraak niet direct als een verrassing. In genoemde Europese richtlijn is namelijk opgenomen dat een beding waarover bij de contractsvorming niet afzonderlijk onderhandeld is, als onredelijk bezwarend wordt beschouwd indien het beding, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. In een bijlage bij de Europese richtlijn wordt als onredelijk bezwarend genoemd een beding waarbij de consument uitsluitend verplicht wordt een rechtsvordering in te stellen bij een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht, zoals in onderhavig geval de Raad van Arbitrage. Een arbitragebeding in algemene voorwaarden is een beding als bedoeld in genoemde bijlage, en daarmee dus in beginsel onredelijk bezwarend.
Toch is er in de rechtspraak ook een duidelijke afwijkende lijn waarneembaar, waarbij een arbitragebeding in algemene voorwaarden ten aanzien van de consument niet als onredelijk bezwarend wordt beschouwd omdat het in de Nederlandse wetgeving niet voorkomt op de zogeheten ‘zwarte lijst’. Zie bijvoorbeeld het Hof ’s-Hertogenbosch 17 maart 2009 (LJN:BH6958) en uitspraken van de Raad van Arbitrage (RvA 24 maart 2010, nr. 31.617 en RvA 10 juni 2010, nr. 32.181)
De aannemer in kwestie die door het Gerechtshof Leeuwarden in het ongelijk is gesteld heeft inmiddels cassatie bij de Hoge Raad ingesteld, hetgeen gezien de tweespalt in de rechtspraak niet onbegrijpelijk is. Een uitspraak van de Hoge Raad zal nog geruime tijd op zich laten wachten.
Op basis van de huidige rechtspraak zijn er voor de aannemer wel oplossingen om geschillen met een consument omtrent de bevoegdheid van de Raad van Arbitrage te voorkomen. Gedacht kan dan worden aan onderhandelen over het arbitragebeding bij de contractsvorming of in een later stadium met de consument een arbitrageovereenkomst sluiten.