- Severijn Hulshof - https://www.severijnhulshof.nl -

Zorgvuldigheidsnorm aannemer bij kabelschade

Interessant aan deze uitspraak is dat de rechtbank oordeelt over de zorgvuldigheidsnorm van de baggeraar en dat de rechtbank aansluiting zoekt bij het BION (Besluit informatie uitwisseling ondergrondse netten). Tijdens baggerwerkzaamheden heeft een baggeraar een telefoonkabel van KPN beschadigd. Voorafgaand aan de werkzaamheden heeft de baggeraar een KLIC melding gedaan en gegevens van KPN ontvangen. De gegevens van KPN waren redelijk gedetailleerd en uit de tekeningen kon de diepte van de kabels worden afgeleid. KPN heeft niet gemeld dat de kabels in de praktijk mogelijk hoger kunnen liggen. Opdrachtgever en baggeraar zijn overeengekomen dat bij de uitvoering van de werkzaamheden een verticale marge van 1,5 meter ten opzichte van de getekende diepteligging van de kabel in acht zal worden genomen. Vast staat dat de baggeraar geen nader onderzoek heeft gedaan naar de precieze ligging van de kabel. Vast staat ook dat de baggeraar de verticale marge van 1,5 meter in acht heeft genomen. Ondanks deze marge is de kabel van KPN geraakt.

De vordering
KPN stelt dat de baggeraar door het beschadigen van de kabel onrechtmatig jegens KPN heeft gehandeld. Verder stelt KPN dat de baggeraar haar zorgplicht heeft geschonden door zich niet voorafgaande aan de baggerwerkzaamheden van de daadwerkelijke fysieke ligging van de kabel te vergewissen. KPN vordert alle herstelkosten.

Het vonnis
De rechtbank neemt als uitgangspunt dat op de baggeraar de zelfstandige plicht rust zich op de hoogte te stellen van de aanwezigheid en ligging van ondergrondse kabels. De aannemer mag daarbij niet vertrouwen op de juistheid van de informatie die hij ontvangt van de betrokken kabelbeheerder waar het de precieze ligging van de kabels betreft. Als professionele grondroerder moet de baggeraar er op bedacht zijn dat de ligging van kabels in de bodem door externe factoren kan veranderen.

Dat alles brengt naar het oordeel van de rechtbank nog niet met zich mee dat de baggeraar in dit geval ook rekening diende te houden met een forse foutmarge van 1,5 meter. Omdat KPN geen omstandigheden naar voren heeft gebracht op basis waarvan geoordeeld kan worden dat de baggeraar wel rekening moest houden met deze forse afwijking heeft de rechtbank geoordeeld dat de baggeraar voldoende zorgvuldig heeft gehandeld door rekening te houden met een foutmarge van 1,5 meter. De rechtbank wijst de vordering van KPN dan ook af.

Interessant is dat de rechtbank bij haar oordeel steun zoekt bij het – ná het schadeveroorzakend feit in werking getreden – artikel 5 lid 2 BION. Uit dit artikel volgt dat de ligginggegevens van kabels gebaseerd zijn op metingen die een nauwkeurigheid van tenminste 1 meter dienen te hebben. Dit geeft volgens de rechtbank steun aan het oordeel dat het aanhouden van een marge van 1,5 meter in onderhavig geval als voldoende zorgvuldig valt aan te merken. Voor de praktijk lijkt onderhavige uitspaak een duidelijke en concrete handreiking.