Weggemoffelde ontwerpverantwoordelijkheid

In een uitspraak van de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen (nr. 37.243) van 2 september 2022 is het back-to-back door leggen van ontwerpverantwoordelijkheid in de bouwketen aan de orde geweest. Arbiters kwamen tot het oordeel dat de verantwoordelijkheid voor het ontwerp niet van de hoofdaannemer op de onderaannemer was overgegaan en deze dus ook niet behoefde op te draaien voor de schadelijke gevolgen van fouten in het ontwerp.

Erik Gierman advocaat bij Severijn Hulshof

Waar ging het geschil over? De hoofdaannemer had opdracht gekregen om een bedrijfshal met bijbehorende terreininrichting te realiseren. Op deze opdracht waren de UAV-GC 2005 van toepassing. De hoofdaannemer was dus verantwoordelijk voor zowel het ontwerp als de uitvoering van het werk.

De werkzaamheden ten behoeve van de terreininrichting zijn door de hoofdaannemer uitbesteed aan een onderaannemer. Daarbij heeft de hoofdaannemer de onderaannemer verzocht om een prijsopgave op basis van door hem meegezonden stukken zoals een bestek/technische omschrijving met werkonderdelen en een terreininrichtingstekening. De algemene voorwaarden van de hoofdaannemer waren van toepassing verklaard in de offerteaanvraag en alle overige stukken van het hoofdcontract waren voor de onderaannemer te downloaden via een website. De prijs van de onderaannemer is geaccepteerd en de opdracht is aan hem verstrekt.

De onderaannemer heeft een werkplan en werktekeningen voor de terreininrichting gemaakt, die gecontroleerd zijn door de hoofdaannemer. Het werk is conform bestek/technische omschrijving en het goedgekeurde werkplan en tekeningen uitgevoerd. Daarnaast heeft de onderaannemer vijf jaar garantie conform de hoofdopdracht afgegeven op het bestratingswerk.

Gebreken

Na de oplevering ontstonden gebreken in het straatwerk (spoorvorming, kruipen en breuk van klinkers en betonplaten) en de hoofdaannemer sprak de onderaannemer daarop aan. Na vele onderzoeken bleken de gebreken voort te komen uit de bodemgesteldheid en het niet daarop aansluitende ontwerp van de terreininrichting. De onderaannemer stelde niet verantwoordelijk te zijn voor de gebreken die voortkwamen uit de ontwerpfout en weigerde het straatwerk te herstellen. De hoofdaannemer schakelde een derde in voor het herstel en wendde zich tot arbiters om de kosten (bijna 6 ton EUR) op de onderaannemer te verhalen.

Het standpunt van de hoofdaannemer is dat de onderaannemer verantwoordelijk is voor het gebrekkige ontwerp omdat de ontwerpverantwoordelijkheid uit de hoofdopdracht via de algemene voorwaarden van de hoofdaannemer één op één is doorgelegd aan de onderaannemer. De algemene voorwaarden van de hoofdaannemer bevatten een aantal gebruikelijke back-to-back bepalingen waarop een beroep werd gedaan.

Zo was in de algemene voorwaarden van de hoofdaannemer opgenomen dat alle op het werk van toepassing zijnde technische en administratieve bepalingen van het bestek en alle tekeningen en al het overige waartoe de hoofdaannemer jegens de opdrachtgever gebonden was, integraal van toepassing zijn op de opdracht met de onderaannemer.

Daarnaast was in die voorwaarden eveneens opgenomen dat de onderaannemer geheel diende in te staan voor de deugdelijkheid van het ontwerp en de materiaalkeuze, ongeacht of deze afkomstig zijn van de onderaannemer dan wel afkomstig zijn van de hoofdaannemer of de opdrachtgever. Waarbij ook gold dat de onderaannemer aansprakelijk was voor alle uit het ontwerp of de materiaalkeuze voortkomende schade.

Arbiters oordelen anders en stellen vast dat een opdracht om ontwerpwerkzaamheden te verrichten uitdrukkelijk moet zijn gegeven en ook uitdrukkelijk moet worden geaccepteerd. Het doorleggen van ontwerpwerkzaamheden (en bijbehorende ontwerpverantwoordelijkheid) kan volgens arbiters niet verstopt worden in de algemene voorwaarden.

Kernbedingen

Arbiters overwegen namelijk dat bedingen die de omvang van de verplichtingen bepalen – in dit geval het verrichten van ontwerpwerkzaamheden – zogenaamde kernbedingen zijn. Dergelijke kernbedingen horen juridisch niet thuis in de algemene voorwaarden. Met verwijzing naar art. 6:232 BW oordelen arbiters dat onderaannemer niet aan dergelijke bedingen gebonden is als hij daar niet expliciet mee akkoord is gegaan. Van een dergelijke akkoordverklaring is arbiters niet gebleken.

De uitspraak maakt duidelijk dat partijen helder moeten zijn wat zij van elkaar vragen en verwachten. Wil je als hoofdaannemer dat jouw onderaannemer ook ontwerpwerkzaamheden gaat verrichten (en dus ook ontwerpverantwoordelijkheid dient te dragen) dan moet je daar helder over zijn en duidelijke afspraken over maken. Weggemoffelde ontwerpverantwoordelijkheid in algemene voorwaarden is dus niet de weg om dit juridisch (goed) te regelen.

In Cobouw 72, 20 oktober 2022