- Severijn Hulshof - https://www.severijnhulshof.nl -

Meerkosten tijdig melden

Een bouwkundig aannemer moest volgens het bestek circa 800 sparingen in de door hem te realiseren school en sporthal aan te brengen voor de installaties die een derde zou aanbrengen in het werk. Uit de inschrijfbegroting van de aannemer bleek dat de aannemer voor die 800 sparingen circa € 6.000,- had gerekend.

Aan het einde van het werk had de aannemer 671 sparingen gemaakt en maakte hij aanspraak op bijbetaling van een bedrag van circa € 580.000,- voor die sparingen. De reden voor deze forse bijbetaling was volgens de aannemer dat de installateur het tekenwerk veel te laat had aangeleverd. Daardoor kon de aannemer pas aan het einde van zijn werk de sparingen aanbrengen in plaats van tijdens de bouw. Dit had de kosten voor het maken van de sparingen explosief doen stijgen. De opdrachtgever wilde niet bijbetalen en gaf daarvoor als reden de vordering tot bijbetaling te laat was gemeld, niet tijdig was ingediend en ook onvoldoende gespecificeerd was.

In eerste aanleg kreeg de opdrachtgever gelijk van arbiters en werd de complete vordering van de aannemer afgewezen. In hoger beroep kwamen arbiters tot een ander oordeel en kreeg de aannemer € 175.000 toegewezen (RvA 2 maart 2015 No. 71.898).

Arbiters oordeelden in appel dat de opdrachtgever weliswaar pas aan het einde van het werk (dus achteraf) geconfronteerd is met de financiële omvang van de claim van de aannemer, maar dat het gelet op de verslaglegging tijdens de bouw geen verassing moet zijn geweest voor de opdrachtgever dat er enige meerkosten vanwege de sparingsproblematiek waren voor de aannemer. Dat de aannemer ook daadwerkelijk meer kosten heeft gehad omdat het tekenwerk van de sparingen te laat voorhanden was, vonden arbiters ook. De aannemer had zijn vordering echter onvoldoende gespecificeerd. Arbiters hebben de hoogte ervan vervolgens zelf in redelijkheid en billijkheid begroot omdat zij integrale afwijzing van de vordering te ver vonden gaan.