Luctor et Emergo: is de ontwerpende opdrachtgever terug?

Sinds kort staat het nieuw opgerichte Ontwerpbureau van Rijkswaterstaat vol in de belangstelling. Rijkswaterstaat laat de marktpartijen weten dat hij vooral niet alle ontwerpen weer in eigen handen gaat nemen, maar dat het de bedoeling is om met het eigen ontwerpbureau weer kennis te vergaren en te delen. Dat zou op den duur ervoor moeten zorgen dat Rijkswaterstaat weer een volwaardige gesprekspartner en een betere opdrachtgever voor de (ontwerpende) aannemer zal zijn.

Erik Gierman advocaat bij Severijn Hulshof

In de vorige eeuw vergaarden ingenieurs van het Waterbouwkundig Laboratorium in de Noordoostpolder op (grote) schaal kennis van waterstromen in Nederland. Die kennis werd vervolgens gebruikt om tal van Hollandse waterwerken te ontwerpen, waarvan de Deltawerken waarschijnlijk de meest bekende zijn. Inmiddels is het voormalige Waterbouwkundig Laboratorium al twintig jaar gesloten. Het terrein is in handen van Natuurmonumenten en heeft het Waterloopbos, zoals het vandaag de dag heet, de status van Rijksmonument.

In de tijd van het Waterbouwkundig Laboratorium was het vanzelfsprekend dat de ingenieursdienst van Rijkswaterstaat zelf havens, sluizen en bruggen ontwierp, maar daaraan kwam ook een eind. Onder druk van bezuinigingen werd in de vorm van uitbesteding besloten om voortaan ook de ontwerpwerkzaamheden aan de markt over te laten. De kennis en kunde die zorgvuldig gedurende vele jaren bij Rijkswaterstaat was opgebouwd, verdween. De waterbouwkundige ingenieurs maakten plaats voor ambtenaren en adviseurs die zich volledig moesten richten op functioneel specificeren.

DBFMO opdrachten en UAV-GC werken werden als standaard op de markt gezet, voorzien van boekwerken aan output- en/of vraagspecificaties met soms een schetsontwerp. De aannemers werden ook ontwerpende partij en groeiden in die rol, maar dat ging niet altijd zonder horten en stoten. De opdrachtgever die jarenlang zelf het ontwerp had gemaakt voor de waterwerken moest ook wennen aan zijn nieuwe rol en ook dat ging niet geruisloos.

De ontwerpkennis bij de marktpartijen nam zienderogen toe en een veel gehoorde klacht vanuit hun kant was dat die kennis bij de opdrachtgever niet of nauwelijks meer aanwezig was. Dat gaf een hoop wrijving en zorgde voor moeizame gesprekken met de aanbestedende dienst over de ontwerpvoorstellen die de aannemer deed. De markt en Rijkswaterstaat spraken niet meer dezelfde taal: functioneel specificeren is namelijk iets anders dan ontwerpen.

Rijkswaterstaat heeft deze problemen onderkend en probeert het ontwerpproces weer zelf onder de knie te krijgen. Sinds kort staat het nieuw opgerichte Ontwerpbureau van Rijkswaterstaat vol in de belangstelling. Rijkswaterstaat laat de marktpartijen weten dat hij vooral niet alle ontwerpen weer in eigen handen gaat nemen, maar dat het de bedoeling is om met het eigen ontwerpbureau weer kennis te vergaren en te delen. Dat zou op den duur ervoor moeten zorgen dat Rijkswaterstaat weer een volwaardige gesprekspartner en een betere opdrachtgever voor de (ontwerpende) aannemer zal zijn.

Vooralsnog laat Rijkswaterstaat weten dat het ontwerpbureau niet bedoeld is om de ontwerptaken weer van de markt over te nemen, in 99 procent van de werken zal het ontwerp nog steeds door de marktpartijen gemaakt moeten worden. Het beoogde doel zal vooral zijn de kwaliteit van het proces en de samenwerking met de marktpartijen te verbeteren, aldus Rijkswaterstaat.

Gelet op de vragen die ik in het kader van ontwerpkeuzes en ontwerpverantwoordelijkheid in mijn praktijk voorgeschoteld krijg, denk ik dat het een stap in de goede richting is van Rijkswaterstaat om meer eigen ontwerpkennis en kunde te vergaren. Dit zal een deel van de discussies met aannemers over het hoe wat en waarom van de door hen gemaakte ontwerp(voorstellen) kunnen voorkomen. Maar ik vraag mij wel af of het ontwerpbureau met een dergelijke beperkte omvang in staat zal zijn om de beoogde doelen te realiseren. Komt de leidende rol van Rijkswaterstaat in het ontwerp van onze waterwerken wel, niet of slechts gedeeltelijk terug? De tijd zal het leren.