- Severijn Hulshof - https://www.severijnhulshof.nl -

Alsnog een uitnodiging bij onderhandse aanbesteding?

In een uitspraak van het Hof Arnhem van 8 juli 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:5475) werd geoordeeld dat de aanbestedende dienst in beginsel vrij is zelf de partijen te selecteren die zij wil uitnodigen voor een onderhandse aanbesteding. Het niet uitnodigen van een partij kan onder omstandigheden echter onrechtmatig zijn. Van belang wordt geacht dat de inschrijver in ieder geval interesse heeft getoond en in staat is het werk uit te voeren. Vervolgens oordeelt het Hof dat de aanbestedende dienst een gegronde reden moet hebben om de geïnteresseerde ondernemer niet uit te nodigen. Als die gegronde reden er niet is dan is het niet uitnodigen van de geïnteresseerde partij onrechtmatig.

Het is gezien deze uitspraak aan de ondernemer dan ook alleszins aan te bevelen de aanbestedende dienst zo spoedig mogelijk schriftelijk te laten weten dat er interesse bestaat voor deelname aan de aanbesteding. Als de aanbestedende dienst een reden formuleert om de ondernemer toch niet uit te nodigen dan kan getoetst worden of die reden wel gegrond is. Daarbij kan betrokken worden artikel 1.4 Aanbestedingswet waarin is bepaald dat objectieve gronden moeten worden gehanteerd bij de keuze van de inschrijvers. En de aanbestedende dienst kan gevraagd worden uitleg te geven over de gehanteerde objectiviteit en transparantie bij het selectiebeleid van de inschrijvers.

En stel dat een aanbesteding heeft plaatsgevonden, maar de aanbestedende dienst besluit op basis van enkele bezwaren van een der inschrijvers over te gaan tot een heraanbesteding. Mag de aanbestedende dienst dan alle oorspronkelijke inschrijvers nogmaals uit nodigen met uitzondering van de “lastige” klagende inschrijver? In een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 juli 2014 (ECLI:RBGEL:2014:4742) is geoordeeld dat de aanbestedende dienst in beginsel gehouden is alle eerdere inschrijvers ook uit te nodigen voor de heraanbesteding. Dit kan slechts anders zijn indien goede redenen worden aangevoerd. De klachten van de inschrijver die geleid hadden tot heraanbesteding kunnen in ieder geval niet worden aangemerkt als goede reden.